De geschiedenis van de Jan Woudsmaschool
1926
In de ledenvergadering van het schoolbestuur van de School met de Bijbel in Weesp van 20 mei 1926 kwam bij de rondvraag ter sprake de mogelijkheid tot het oprichten van een School met de Bijbel aan de Geinbrug, in de gemeente Weesperkarspel. De situatie was namelijk dat kinderen uit Weesperkarspel naar Weesp moesten om een christelijke school te bezoeken; waar zij woonden stond alleen een openbare school. Leerlingen liepen dan bv. elke dag een half uur uit de richting van het Gein naar de school aan de Nieuwstad, om om vier uur weer naar huis te lopen. En er waren leerlingen die nog van verder gelegen plaatsen kwamen.
Dat ouders in Weesperkarspel, die graag hun kinderen op een School met de Bijbel wilden doen, uitkeken naar zo'n school in hun gemeente, was duidelijk. Sommigen hadden hun kinderen noodgedwongen op de openbare school laten inschrijven.
Volgens de wetgeving waren er zeker veertig leerlingen nodig om toestemming en subsidie te krijgen om de school te mogen oprichten.
Een aantal bestuursleden ging in de Geinbrug op bezoek bij mensen om hun handtekening en dus belofte te krijgen dat zij hun kind(eren) op de nieuwe Christelijke school zouden inschrijven. Toen het schoolbestuur een lijst met 52 namen van kinderen op tafel had, stopte men en diende op 14 oktober 1926 het verzoek in bij de gemeenteraad van Weesperkarspel om een "bijzondere lagere school" te mogen oprichten.
Op 17 december 1926 is dit
verzoek door de gemeenteraad afgewezen op grond van de door het schoolbestuur
ingediende ouderverklaring.
Het schoolbestuur is hiervoor in beroep gegaan bij Gedeputeerde staten, omdat
zij van mening was dat de ingediende stukken wel degelijk voldeden aan de
wettelijke eisen.
De bedoelde ouderverklaring bevatte de namen van 52 kinderen, waarvan de ouders
(voogden, verzorgers) verklaarden in te stemmen met de plannen van het
schoolbestuur en bereid waren hun kinderen op deze school te doen. Het
schoolbestuur vernam echter dat na de indiening van hun aanvraag bij de
gemeenteraad, er op 1 november 1926 een verklaring was binnengekomen van 13 van
de in totaal 22 ouders die in eerste instantie ingestemd hadden met de nieuwe
school. Deze ouders verklaarden hierin hun handtekening betreffende het verzoek
tot oprichting van een bijzondere school aan de Geinbrug terug te nemen. Alle 13
ouders hebben bij B & W een verklaring gegeven van hun verzoek tot intrekking
van hun handtekening .
Het schoolbestuur was van mening dat zij geheel ter goeder trouw gehandeld had,
dat niets er op wees dat ouders hun toezegging zouden terug trekken en dat de
school spoedig na oprichting tot bloei zal komen en het leerlingenaantal zou
groeien.
Het beroep werd op 30 maart 1927 door het schoolbestuur gewonnen. En op 9
september 1927 per Koninklijk besluit bekrachtigd. De oprichting van de school
kon doorgang vinden.
|
|
|
|
|